Het zou niet vreemd mogen zijn,
dat haar borst en dij me niet vreemd zijn,
maar het geknoopte touw van lust en liefde,
kronkelt ingewikkelder dan mijn hersenen.
Hersenspinsels bedenken herroepelijk, herhaaldelijk,
de ego-ontologie van ons beiden, die enkel jij kent.
Een tweezijdig referendum,
dat de onzin van democratie bewijst.
Je minnaar van het eerste uur, en elk daarna,
oogst de verwarring die je zaait,
met mijn zaad. Een onzekerheid,
die eenvoud bevat nochtans,
als liefde altijd, die ontologisch 'is'.
Simpelweg ingewikkeld: 'Ik hou van je'.
En hoe, maar hoe. Het zou niet vreemd mogen zijn,
maar is het wel. Of niet. Of niet?