Schijnheiligheid
Sneeuw dwarrelt, wintermorgen wit
Koud zoals de zwerver in de goot zit
Met een kartonnen doos om zich heen
Vastgezet met een gevonden grote steen
Mensen lopen langs hem en kijken niet op of om
Ze doen of ze gek zijn of stom
Hij gaat nog maar eens verzitten tegen de muur
En heel langzaam dooft bij hem het vuur
De hoop opgegeven, en alles om hem heen vervaagt
Denkt nog even aan toen hij zijn leven heeft gewaagd
Om een klein kind weer terug te geven aan de wereld
Hij voelde zichzelf een hele kerel
Maar kijk nou hoe het hem is vergaan
Hij kan niet meer op zijn eigen benen staan
Laat zijn hoofd zakken met een zucht en ademt zacht
En zo verdwijnt zijn laatste kracht…………..
Soms als ik in de grote stad loop zie ik zwervers zo leven, dan bedenk ik mezelf dat ik maar geboft heb met mijn goede leven en ik reageer vaak niet anders als die mensen hier boven omschreven.