Het venster slaat, verklapt de wind
die het hoofd leeg wil blazen,
zo wordt verzucht om te openen
Hij kent geen nieuwe lucht,
zijn ziel vergat reeds lang
de kunst van adem halen
Gedachten dansen steeds terug
op het drieste ritme van tijd
als vrijgelaten waterkringen
Zo dwaalt hij rondes door
het macaber woud van beelden
in vele zwart-witte kleuren
Bezet is hij door het geweld
van de steeds oprukkende
krijgsmacht van herinnering
Nu breekt het venster open,
het licht is daar en blaast
de vastgeroeste banden weg