Buurmeisje.
Zeg me niet, dat de nacht zwart is:
geweest, gedaan, geweten en vergeten.
Zeg me niet, dat de liefde hard is:
‘k geloof het niet, nee, beroof me niet.
van ’t zaligmakende van de leugen.
‘k Zei het eens en ik zeg het opnieuw,
Roxanne, de waarheid kan niet deugen,
want wolken zijn ook rood na twaalven.
Zij begrijpt me, rijpt me in miskenning,
die danst in ’t raam aan de overzijde,
rookt met mij, drinkt mijn wijn, op een deun
van liefde aan ’t oppervlak, m’n lijden.
Dat ze me niet hoort deert niet, ze stoort niet,
ver maar dicht, als alle deuren,.ze kan niet zeuren
zolang ze daar woont, hoont niet vrij
over m’n verliefdheid voor het buurmeisje. Zij.