Liefde is een kriebel waar je niet aan kan krabben,
Dromen waarvan we wilde dat we die iedere dag hadden,
Bloemen die iedere dag weer bloeien,
En rozenstruiken die je niet wil snoeien.
Op een dag zie jij de ware lopen,
Had je het liefst bij hem in de armen gekropen.
Hem willen zeggen wat je voor hem voelt,
En hem duidelijk maken wat je bedoelt.
Je bent zoveel mogelijk bij hem in de buurt,
En hoopt dat de tijd samen lekker lang duurt.
Maar toch duurt die tijd niet lang,
En sta je daar weer alleen op die gang.
Iedere minuut denk je weer aan die jongen,
En wil je dat je een gesprek met hem was begonnen.
Weet hij wel van jou bestaan,
Weet hij dat jij hem wel ziet staan?
Een ding weet je wel heel zeker weten,
Hem kan je niet meer vergeten.