De laatste noot stierf uit
Rolde als een licht breekbaar veertje
Galoppeerde als een witte trotse steenbok
Tijdloos in afstand
De muziek was ontmanteld
Verdaan van witte vacht
Jaloers beloerd door rode oren
Uitgeperst in druppels bloed
De klanken waren gedronken
In trillingen van neusvleugels
Zinderden zij geluidloos na