Je nam me mee,
Ik wist niet naar waar,
Het is een verassing zei je.
Vol spanning zat ik in de auto.
We kamen aan op een groot strand,
Nam me mee naar de zee,
Warm zand tussen onze tenen,
Het geluid van botsende golven.
Het was een moment om nooit te vergeten,
We liepen daar, hand in hand,
Jij en ik.
Je draaide je naar me toe.
Keek me aan en zei,
Ik houd van je,
Je kuste me,
Het was een vurige kus.
Vuur van de liefde die in je brand,
Ik kuste je terug, liet je inzien dat ik ook van je houd.
Dat ik ook de warme vlammen in me voel.
Die kus, ik hoopte dat hij nooit zou eindigen.
Maar toch eindigde hij,
Nu weet ik dat je van me houd,
Urenlang liepen we op het strand,
Hand in hand.
Jij en ik,
Wij,
Samen,
Voor altijd.