Daar lag hij neer badend
in een rivier van rozenblaadjes.
De zon scheen op zijn bruin getinte borstkas.
Ik buigde me neer over zijn
borstkas naar zijn lippen toe.
Zijn lippen smaakte zo zoet
als een kers op een ijsje.
Ik keek in zijn ogen en zag
de liefste ogen die ik al ooit gezien heb.
Wanneer je over zijn lichaam gaat
met je vingers voelt zijn huid
zo zacht aan als een fluwelen
handschoen. En toen hij mij
aanraakte voelde ik de rillingen
over mijn ganse lichaam. We
keken naar elkaar en wisten dat
we voor elkaar bestemd waren.
Ik hou van jou!