Je staat dan op het station al, en glimlacht dan heel even...
Laat je mij die gevel zien, die mooiste van je stad. (morgen is het laat)
Het pleintje ook waarvan je zei; daar komen ze niet. (morgen is het laat)
Dat ijsje dat zo hemels is, smikellen we daar in ruste op.
Luisteren de vogels vliegen, voelen de takken waaien.
Dan lopen we ook rustig nog, naar waar het gebeurde
En zul je me trillend vertellen hoe het ging. (zo laat al, morgen, zo laat)
Ik sla erbij geen arm om je heen, ik kijk even zo verlaten. (zo laat, zo laat)
En dan mag je praten, praten totdat je niet meer kunt, praten...
En later lopen we langs het groene beekje, onder de treurwilgen,
Langs de knotwilgen, de plekjes en de eendjes.
Als we je huis binnen lopen, doen we de lampen aan,
Koken we, eten en zitten nog lang na, en dan eindigen,
Alle grote dingen in de slaap. En dan komen de kleine dingen,
Zoals van een geluidje wakker worden, verdwaast de ogen openen,
Een beetje wennen aan het licht...de kamer die ik nog niet gezien had,
De kast, de deur, die poster...Ik kijk hoe je ligt
Op je buik, met je hoofd weggedoken
Ik denk: 'Deze stad heeft dit meisje gebroken.'
Ik blijf vooral nog maar even liggen, ik heb geen oog voor mijn traan;
Er vormt zich voorzichtig een Ikoon in mijn hoofd:
Ik zie je op het station al klaar staan, en je glimlacht er heel even.
04'10'04.
Es: | Maandag, september 06, 2004 06:37 |
Dit geeft een idyllisch doch voldaan gevoel...Rust, hoop en? Kus! |
|
theike: | Zondag, september 05, 2004 13:40 |
(ziet taalfouten bij het leven...;-) ...dank je glittergirly, groet |
|
*~~~GlitterGirly~~~*: | Zondag, september 05, 2004 11:05 |
oow heelrijk om te lezen dit.... toppie... liefs en xxx |
|