jij was degene die mij had gelokt,
die vrijdagavond, bovenop dat blok.
die lieve ogen, die mooie lach,
dat was wat ik de eerste keer zag.
je maakte me toen blij,
het maakt niet uit wat je toen zei.
en nu verschijnt er steeds een lach,
als ik je spreek op een dag.