Je hebt zo'n mooi uiterlijk,
en je praat zo fijn.
Van buiten ben je groot en sterk,
vanbinnen zo kwetsbaar en klein.
Vrienden heb je snel gemaakt,
dat is geen enkele moeite voor jou.
Maar ondertussen doe je je anders voor,
dan hoe je je eigenlijk voelen wou.
Mensen zien jou als een gelukkig persoon,
waar alles zo goed en fijn mee gaat.
Jij ondertussen hebt spijt en verdriet,
dat je jezelf voor de buitenwereld niet meer veranderen kan,
daarvoor is het inmiddels te laat..