Houden van een persoon,
dat is toch mooi, vroeg ik haar
houden in het kwadraat,
waarvan ik de vierkantswortel niet kan nemen
Houden van 2 personen,
is toch niet zo verkeerd? zei ik haar
ach, antwoordde ze, de tijd brengt raad
1 maand, 2 maand, een half jaar,
tijd waar ben je? waar is je raad?
ach zei ze, laat het zo, hou van beiden
zie beiden graag, toon het aan beiden,
zolang je weet, de 1 primeert boven de ander
beiden, ik kan niet, men hoofd naar rechts
hart naar links
Heb je een wegenkaart, vroeg ik haar
ach zei ze, de wegenkaart maak je zelf
help me, vroeg ik haar
en het enige wat ze zei was,
ach, jij hebt geen hulp nodig
je moet blij zijn
je voelt veel liefde
liefde heelt de wereld
waarom doet deze liefde soms pijn?
waarom gaat de weg niet steeds rechtdoor?
ach zei ze, ach