jij al wachtend op het perron.
ik kom aanrijden, zie je al staan.
loop naar je toe.
niet wetend wat ik toch moet zeggen.
het is stil, te stil.
starend tegen over elkaar.
ik weet me geen houding te geven, voel me onzeker.
wetend dat we al een relatie hadden.
maar twijfelend of er wel weer een relatie zal komen.
ik weet niet wat je denkt.
starend naar jou met de vraagen,
hou je nog van me?
mis je me?
wil je het nog een kans geven?
zo brandend op me tong om ze te stellen.
maar het lukt niet, ik kan het niet.
weer starend kijk je me aan.
je moet je trein halen, ik weet het.
je geeft me nog een knuffel.
en loopt naar je trein.
ik blijf starend achter op het perron.
met een verlangen naar jou.
wetend dat ik je voorlopig niet zal zien.
wetend dat ik je voorlopig zal missen, net als altijd.
wetend dat jij nog van me houd.
maar niet wetend of het ooit nog goed komt.
diep in me hart denk ik van wel.
maar waarom dan die twijfels?
komt het door die verlangens naar jou