Als je me vertellen kon,
over morgen
en al de dagen verder,
je lach
in me kon dichten
en ik fluisterend
je naam, ik wou je hier
dicht bij me,
niet ver van me vandaan.
Als ik je maar kon houden,
één traan omvangt
m’n hart,
En ik streel je nog
in gist’ren,
ik streel je nog,
terwijl ik
op je zomer wacht.