Aaltje
(een zee-smartlap)
Aaltje van Schooten die voelde wel wat
Voor Adriaan Luikhoofd uit Spieringerwad
Als zeeman was hij immers altijd op pad
En dat was waar Aaltje nu juist trek in had
Ze heette Alida en was een ware zeemansvrouw
Die goed alleen kon zijn in zonneschijn en winterkou
Ze bleef kuis thuis om te patiencen met het nodige plezier
En was nooit uit op loos geguit of licht frivool vertier
Alida, Alida, Alida, Alida,
Aaltje uit Scharretjesgat
Alida, Alida, Alida, Alida,
Aaltje hoe recht was jouw pad
Aaltje en Arie zijn spoedig getrouwd
Hij moest weer gaan varen, zij kreeg het benauwd
Des Nachts zo alleen in hun breed ledikant
Dan dacht ze aan Arie in ’t tropische land
Ze heette Alida en was een echte zeemansvrouw
En dacht mijn Arie neemt het in de tropen niet zo nauw
Met volle kracht vooruit ging zij dus ook maar eens op sjouw
Alleen in bed geeft kouwe tenen en die zien zo ijzig blauw
Alida, Alida, Alida, Alida,
Aaltje uit Scharretjesgat
Alida, Alida, Alida, Alida,
Aaltje hoe wulps liep je pad
Arie die kwam na een jaartje of wat
Terug van zijn zeereis in Scharretjesgat
En Aaltje die zei hem: “kijk nu toch eens schat
Wat ik voor zes maanden van jou heb gehad
Ze heette Alida en was een echte zeemansvrouw
En dacht mijn Arie neemt het in de tropen niet zo nauw
Met volle kracht vooruit ging zij dus ook maar eens op sjouw
Alleen in bed is ook niet alles, ja dat wist ze gauw
Alida, Alida, Alida, Alida,
Aaltje uit Scharretjesgat
Alida, Alida, Alida, Alida,
De groenteboer kruiste haar pad
En Arie in tranen, zo trots als een aap,
Zei: Aaltje, mijn schat, lekker wijf
Ik zeg het je recht voor je raap, buiten kijf
Ons kind lijkt op spruit en andijf.
Alida, Alida, Lieverd, mijn schat
Wat een mooi kindje heb jij me gebracht
Alida, Alida, Lieverd, mijn schat
Wat een mooi kindje heb jij ons gebracht
© Koos 24-10-2005