Als de Muze...
Als de Muze tot leven komt, moet de dichter bestaan.
Kan van dromen langer niet, meer bevrediging uitgaan.
Daar zit ze stil; te Dordrecht, en ik nog stiller hier; te Venlo.
Ontzettend hard mijn best te doen niet reeds daar te wonen.
Alle gedachten en zodoende alle berichten aan de wereld.
Gaan enkel uit naar haar, dromen, daden, en niets en niets.
Dat er niet naar uit wil stromen. Kan ik er nog komen?
Het boze zelf verwerend, hoe zij wil zijn ook erend?
Deze liefste Muze mijn, was tot voor pas in symbiose.
Met deze kleine dichter fijn, tot haar een dag te loze.
Aanviel uit te komen, te ver heen in enkel slechts.
Het stromen, gekomen, de wereld bleef onecht, en echt.
Pijn deed haar het gaan toen. Maar ze ging, en dat was goed.
Het moest, en ookal doen de dagen mij nu geen goeds.
Ik weet nu wel uit te gaan naar, de wereld waar ik zijn wil nu;
Daar waar de enige plek is waar ik kan en wil en ooit zal wonen.
De dichter gaat het Epos in, strijd aan met de Goden.
De lange weg, is echter echt, en zijn lichaam schijdt.
Over de aarde, als een bood te zee, golvend als een bode.
Vastgezogen diep; beladen oh zo zwaar.
Maar van gewicht nu bevrijdt en.
In de richting reeds vervoerd, laat.
Hij zijn lijf nu vrij, met de rode avondzon errond.
Duizend oude liederen te zingen.
Omheen deze lange queste
Duizend oude liederen klinken.
Hem uit het kwijt wegnemend.
Als het zout weg uit de zee.
Een dronken leven.
Westwaarts gaand.
Zonderlijk verzonken.
De boeg die snijd en breekt.
10-11-2005.
theike: | Donderdag, november 10, 2005 13:22 |
De lange weg, is echter echt, en zijn lichaam schRijdt. Over de aarde, als een bood te zee, golvend als een bode |
|
Auteur: theike | ||
Gecontroleerd door: ~Marina~ | ||
Gepubliceerd op: 10 november 2005 | ||
Thema's: |