Ik kan niet met en niet zonder je,
En al die tijd beseften we,
Dat het zo zit, maar wat doen we er aan?
Ze zeggen; er is tijd van komen en gaan.
Moet ik je daarom opgeven?
Moet ik dan maar zonder je leven?
Alle hoop voor ons verliezen,
En puur voor mezelf kiezen?
Geen vrienden, in bed of daarbuiten,
Ons contact voorgoed afsluiten.
De pijn en het verdriet als jij het doet,
Zou ik niet verdragen, doet me geen goed.
Maar ikzelf speel met de gedachte,
Want ik kan niet eeuwig blijven wachten.
Op jou en op wat je wilt,
Het idee dat je maar wat met me speelt.
Doet me pijn, terwijl ik zoveel van je houd,
Heb je het niet door, of laat dat je soms koud?
Je lijkt niet hetzelfde voor vriendschap over te hebben,
Als ik doe, geduld begint weg te ebben.
Ík luister naar je en ík vraag naar jou,
Lachen doen we en beloven elkaar te zien gauw,
Ik heb zoveel voor je over, maar of je dat weet,
Lijkt van niet, omdat je mij vergeet.
Je luisterd niet, je vraagt niet naar míj,
Ik reken op je steun, onze vriendschap, een wij.
Maar het zit er niet in, lijk je te laten merken.
En ik kan niet alleen, voor deze vriendschap werken.
Dus zeg me wat je wilt, het is nu of nooit,
Gaat het worden zoals ik eens zei, ooit.
Kan ik van je op aan? zoals jij dat bij mij wél kan,
Of was je dit nooit van plan?
Zeg het me dan, als je het niet wilt,
Heb ik al die tijd al een verkeerd beeld,
Van wie je bent, en wat je echt wilde,
Vanaf het begin af aan, dat we elkaar e-mailde.
Zeg me of ik van je mag houden,
In moeilijke tijden, op je kan bouwen,
En kan lachen met je in goede tijden,
En ik jouw naar die momenten mag leiden?