Jij, meisje van 16.
Je sprankeling bracht mij aan het twijfelen,
zo lang woorden wie ik sprak twijfelden
geen dag ontstaat, zonder het verlaten van de nacht
achter in een kroeg kijk ik stiekem en ik wacht.
Op jouw tot jij van de wc afkomt, waar een man
jouw nam, tot hij niet langer meer kan.
Ik zie, verschillende gezichten smachten
mannen vrouwen vol woede verlangend naar macht
om jouw te begeren, ik hoef jouw slechts te zien
In al jouw levens jaren,( hoeveel zullen het er zijn: 16)
hoeveel mannen hebben net als mij, Zich tot jou gericht
Stiekem s’avonds jouw beschreven in een gedicht.