Je trekt de stilte dicht tegen je aan,
hoopt op warmte
maar een storm van herrie bedriegt die schijn
Je sluit je handen vol verwachting om je heen,
hoopt dat vrijheid je komt bezoeken
maar de gesloten deur ontneemt je de illusie
Je klampt je dan maar vast aan slapen,
hoopt dat openhartigheid je straks ontwaakt
maar je wordt niet meer dan moe
Je stapt schoorvoetend naar de kamer,
hoopt dat spijt je hieruit redt
maar die blik in haar ogen, stampt dat alles er weer uit
Het liefst zou je met alles willen smijten,
hopend dat dat verlossing brengt
maar een harde klap zal je dit keer niet redden
uit deze vleesetende bloem…