Je voelt je alleen,
de wereld om je heen.
Allemaal iemand,
maar jij alleen, niemand.
Je staat daar maar,
in de verte de maan.
Alles voor elkaar,
Maar ze komt er niet aan.
Liefde is als twee vogels,
zitten in een boom.
Vliegen heen en weer,
van tak tot tak.
Maar jij zit gevangen,
achter een raam.
Jij kijkt aandachtig,
maar ze zien jouw niet.