Het enige wat ik nog doe is nadenken over van alles en wat
en al dat nadenken ben ik zo zat
ik denk aan pap, die me niet meer ziet staan
waardoor ik ben weg geschopt naar de maan
Ik denk aan mam, die als er iets is meteen aan me ziet
maar daardoor wil ik soms wegkruipen in het riet
Ik denk aan haar, zij die ooit mijn hartsvriendin is geweest
waarvan ik altijd zei van haar hou ik het meest
Ik denk aan hem, de jongen van mijn dromen
maar ik weet dat ik nooit in zijn armen zal komen
Ik denk aan m'n broer, die mij altijd zo pijn doet
waardoor ik van binnen en buiten weer bloedt
Ik denk aan mezelf, Ik die overal vedrietig om is
en ik die het liefst van dit alles wegzwemt als een vis
Maar dan denk ik of er mensen zijn die wel om me geven
En als ik dat dan denk blijf ik toch maar leven
want er zijn er genoeg die mij niet kwijt willen,
dus ik laat ze maar staan: dat stomme doosje met pillen
Zelfs pap, men broer en men vriendin willen me niet kwijt
want ook hun vinden me best een leuke meid,
ookal zeg ik zelf van niet en ben ik zo onzeker als wat
mensen willen mij niet kwijt, ik weet dat
Dus jullie zullen nog even met me moeten doen
dus geef ik als nieuw begin en niet als afscheid jullie een dikke zoen
Ik vind het gedicht niet zo mooi als de andere gedichten maar het heeft me wel op gelucht, en ik hoop dat jullie blij zijn dat ik nog blijf.