Jij hebt een kracht die je trekt
tot diep binnen in men gedachten,
die me doet dromen in een wereld
met ons in het midden.
Wordt die droom van jij en ik tesamen
ooit tot het werkelijke verheven,
of ga ik blijven dromen tot het punt
dat die dromen niet meer voldoen
aan de nood aan jou in men gedachten?
Wat als het punt is gekomen,
waarbij de werkelijkheid niet is geworden
wat het in mijn dromen leek te zijn?
Haal me nu snel uit men gedachten
en laat me in werkelijkheid voor altijd bij je zijn!