In een waan van eendracht bevind ik me,
Als de één de ander is en de ander de één,
Rest er niets anders dan een kus,
Een oneindige kus die veels te vroeg zal eindigen,
Een zoen die er niet toe doet behalve het aanduiden van een piek van twee afzonderlijke levens die op dit moment allesbehalve afzonderlijk zijn.