Ik kan mezelf niet vergeven, ik kan het niet.
Geschreven voor de bevestiging, de minuut stilte in mijn hoofd.
Geschreven en gewaardeerd.
Kan niet zeggen dat ik niet trots ben.
Verzwijgen dat ik pijn heb is ook al uitgesloten.
Het diepe dal ligt achtermij, althans lag achter mij.
Met kleine stapjes loop ik terug.
Ik hoor geschreeuw, een kreet die me lokt naar het donkere.
De disbalans tussen mijn hoop en de pijn.
Loop ik terug, is het opgeven het gevolg?
Aan de andere kant staan de mensen te roepen dat ik moet lopen naar het lichte.
Maar waarom praat iedereen mij een schuldgevoel aan?
Is het mijn schuld dat ik pijn heb?
Is het een gedragspatroon? Het is mijn schuld he?
Je mag het wel zeggen.
Onvermijdelijke hindernissen hebben mijn pad doorkruist.
Vallen, opstaan en zonder traantjes doorgaan.
Altijd zo geweest. Is het mijn schuld dat de pijn in mijn hoofd loopt te knagen.
Geef maar de schuld wat er ooit gebeurt is, zie het onder ogen.
Ik zie wat er gebeurt is, ik weet het.
Ik ben de enige die de confrontatie niet aan gaat met zogenaamde sas-dagen en welke ster nu weer een boete heeft.
Het boeit me niet mensen. Het boeit me niet.
Is dat nu zo fout?
En het praten in Nijntje-taal helpt me niet.
Het feit wegstoppen dat ik weet wat er aan de hand is helpt me niet.
Ze maken me zo gek. Ik wil alleen maar huilen.
In meervoud lopen de tranen over mijn wangen, daar gaan we weer.
Het staat weer op papier en de werkelijkheid neemt het over.
Zoveel verwarring. Kan nu niet één iemand zeggen wat de waarheid is.
Ik wilde weer, zoals onvermijdelijk bleek te zijn, het laaste woord hebben.
Het is mijn schuld.
Geschreven en gewaardeerd, maar waarom alleen mijn pijn?
Ik wil heel graag sorry zeggen, maar ik durf het niet.