Bedding………….
De eeuwen hebben haar geslepen:
de bedding van de snelle beek.
De harde rotsen moesten wijken
voor elke druppel week na week.
De diepte lijkt wat onheilspellend.
De rotsen priemen ruw en hoog.
Een rullig pad vertraagt het lopen
in deze ongerepte toog.
Zo zal de bedding van ons leven
zich slijpen tot een eindpatroon,
dat wij gedeeltelijk kunnen sturen
maar dat bepaald wordt door Gods Zoon.
Waarin soms rotsen voor ons doemen
waarop de levensstroom hard stoot.
Maar waar Gods krachtbron in ons hier zijn
toch weer de levensgang ontsloot.
Wij mogen in de steilte dalen
tot op de bodem van ’t bestaan.
Zo aan Gods Hand de stroom versnellen
om naar Zijn einder toe te gaan.
Genietend van de vergezichten,
omsloten door beschermend heil,
verfrist vanuit de geestesstromen,
ontplooien tot Zijn levensstijl.
th.