Ik hou van dat meisje.
Ik hou van dat meisje,
dat meisje van de fanfare.
Dat meisje met haar blauwe ogen,
dat meisje met haar bruine haren.
Dat meisje met haar mooie lach,
dat meisje waar ik naar smacht.
Ze heeft me laten staan,
dat heeft me veel pijngedaan.
De liefde was voor haar nooit echt groot,
maar ik lig hier nu wel alleen in de goot.
Ze zei: "Jij komt er wel doorheen.",
maar ik red me niet alleen.
Ik had voor haar nog een knuffel dier,
dat arme beestje ligt nog steeds hier.
Ze zeggen je moet voort gaan me je leven,
maar dat meisje vergeet je niet zo maar even.
Dat meisje, ja dat éne meisje zal ik me altijd herinneren.
Ja, mijn liefde voor dat meisje zal nooit verminderen.
Steven De Wijngaert 05-11-2006