Broos april dat tussen het licht en water zweeft
en lente als verliefde bruid ligt in zijn armen
jij bent ver van mijn ontwaken en omhelzing
voor eventjes, heb jij gezegd en voor eventjes
verloor ik mezelf in dagen zonder doel
terwijl nachten, zonder maan, jouw geur dragen.
Bloemen openen hun ogen, aarde bruist weer
van het leven, jonge blaadjes sidderen
in de gloed die, de kortzichtigheid van winteruur
en winterdromen versloeg en overal, overal,
de winnaars waaien met narcisgele vlaggen.
Makkelijk is beminnen in algeheel heersend geluk,
maar met winnaars hoef ik niet te dansen als ik
die overwinning niet met mijn geliefde kan delen.
Voor eventjes, heb jij gezegd en voor eventjes
stel ik de komst van een seizoen uit.