in 't kneuterig fabriekje
waar we als jonge snaak tijdens 't paasverlof
wat onhandig rommelden en rotzooiden
en om wat extra franken vakantiegeld,
klusten en klooiden,
vielen even voor 3 in de namiddag
de machines en motoren sissend stil,
hier en daar plofte nog een hamer of beitel
op een werkbank neer,
dan kwam al 't werkvolk
in kiel in een kring bijeen
om zich te scharen aan 't bestofte kruis
ginds hoog aan de grijze muur genageld,
dat ongezien in dit 'huis' bescherming bood
aan al die er zweette, sakkerde
en in zichzelf vloekte,
het dagelijks brood,
iemand nam het voortouw
en begon luid een gebed,
stel je voor !
dan volgden schoorvoetend de gedempte stemmen
van de geuzen, de tjeven en sossen
en na een ingetogen korte pause,
van één enkele stille minuut ...
begon 't immense fabrieksdak
in al zijn gebinten hels te kraken
onder de lentezon,
alsof 'ergens'
de voorhang scheurde van een 'tempel'
en 't stemde ons droef ter moede,
te weten en herdenken,
bezie ons hier eens staan in stofjas,
krebbe en pilarenbijters in nood,
zie, een Man is dood,
die moegetergd, teneinde zijn latijn,
door iedereen verguisd en miskend uitriep,
'mijn God waarom hebt Gij mij verlaten ?'
vervolgens voor 3 dagen insliep,
en zo, 't onbegrijpelijkste mysterie schiep !