Zij zei niet van kom eens in mijn huisje
haar reikwijdte kende ik al van buiten
evenals de baksteen kracht van haar handen
stalen botten in fluwelen vel verpakt
Zij beschaamde mijn vertrouwen niet
tekende met haar vinger op mijn huid
de spreuken waarmee zij me bond
indien ik ooit mezelf als Icarus dacht