Praat voluit mijn zinnen,
ben echter niet gewapend
tegen je harnas, afgeleid
door deze wapenstilstand
zoek ik naar je hand
Gesmoord de gedachtes
nu de weemoed is gaan liggen
en alles helder wordt,
ons slagveld, kent geen held,
was mijn handen in onschuld
en in je laatste beetje geduld
het is tijd om te gaan
heb mijn hart aan de haak geslagen
aanschouw het kloppend vlees
verberg zo de stilte die je achterlaat
de tijd slaat traag de minuten aan
herhaald gonzend mijn gedachtes
- als een telegram zonder stop –
en nu?