De angst draagt zichzelf over,
geeft zich over, laat zich vallen,
in het zwarte gat van niets.
Ik heb je gemist, maar nog even,
dan ben je dicht bij me.
De eenzaamheid blijft knagen,
en toch ben ik gelukkig.
Ik kijk je in je ogen,
en trap je -per ongeluk-
met dubbele snelheid
van m'n brandschone erf af.
Ik zal je missen,
zoals de luxeflex die m'n uitzicht bederft.