Ik kan er niet omheen,
om de gedachtes in mijn hoofd.
Ik wil niet meer van je houden.
Maar dat had ik je beloofd.
Mijn gedachtens dwalen steeds naar jou,
En er komen steeds meer tranen bij.
ik wil het niet geloven,
Het is nog niet voorbij.
Ik wil wanhopig schreeuwen,
maar niemand die het hoort.
Ik kan je niet meer berijken,
alle geluiden woorden gesmoort.
Ik wil nog zoveel zeggen,
maar heb alles al zo vaak gezegt.
Ookal zal ik zo hard schreeuwen.
Je hebt alles al naast je neer gelegd.
Ookal wil ik dit niet denken,
Het is waarheid.
Ik wil niet dat het zover komt,
maar toch raak ik je kwijt.
Maar hoe ik je heb ontmoet,
Zo zal ik je ook achter me laten.
Ik voelde me toen leeg en verward,
dat gevoel zal me nooit meer verlaten.
Ik weet nog percies wanneer,
ik weet nog percies waar.
Dat ik je daar zag zitten,
dat was niet zomaar.
Hoe vertel ik jou,
dat het leven dat ik leefde.
En de vriendschap die ik voelde,
dat ik die daarna anders beleefde.
Hoe vertel ik jou,
dat de wereld langzaamaan verdwijnt.
de vogels niet meer vliegen,
en de zon niet langer schijnt.
Maar ik zal je niet vergeten,
ookal zal het verleden zich herhalen.
Ik wilde het eerst niet geloven,
maar ik kan het vast wel aan.
En één ding moet je me nog beloven:
dat je de dingen waar je in gelooft,
nog zal laten gaan.