Vlees in vlees,
Als ik kon spelen,
Als in mijn kindertijd,
Zou ik u zorgvuldig kneden,
Met passievrucht muskus en komijn,
Zou ik u duizendmaal doen smelten,
En uitgebloeide kussen van toen.
Uit verlang blikken spellen,
Dan beseffend zul je heten,
Dat ik besta,
En vergetend wezen wij van uw naam,
Niet van belang keren materialen,
Als wij doen,
Wat onze voorouders deden voor ons bestaan,
Tot mijn naam als een god weerklinken zal,
En jouw lijf het begeeft,
Zal ik doorgroeien in jou en doortasten,
Naar plekken waar,
Nimmer iemand voor mij is geweest