de wind suist langs me oren,
het geluid gaat nooit meer verloren.
de intensitent van me vuur ik af op een bal,
Die tegen het raam en komt en geeft een oorverdovende knal.
de warmte stoom van lichaam,
ik zie mezelf als een vechter in het raam.
de regen valt met steeds meer tegelijk naar beneden,
de omgeving gaat langzaam van me weg zweven.
de druppels maken me meer geconcentreerd,
waardoor mijn spieren van de inspanning vibereren.
al mijn emoties sla ik met een grote kracht weg,
de piep brengt me weer in de gewone wereld en ik leg mijn raket weg.
de pizza uit de oven zet ik op mijn schoot,
en ik kijk naar buiten hoe de regen klettert in de goot.
hoe donkergrijs de lucht is net als mijn hart,
ik ga weer beginnen met een nieuwe start.
de regen heeft alles van me afgespoeld,
wat rustig aan voelt.
net als zijn vingers in mijn vingers,
in elkaar gestrengeld als slingers.
de warmte van zijn lichaam tegen mij aan,
bang om bij dat gevoel weg te gaan.
bang om bij hem te blijven zitten,
en dat hij aan mij gaan klitten.
Bang voor de pijn van achtergelaten te worden,
bang om afgewezen te worden.
en vervolgens mij terug trekken van het geluk,
en later weer spijt hebben en mijn wereld is weer stuk.
nee ik ga nu opnieuw beginnen,
niet meer bang zijn en constant gaan winnen.
ook verdriet zal niet erg zijn maar wel pijnlijk,
maar net genoeg dat het ook bestrijdelijk is.