Een gedicht voor mein kleine zusje.
Als het kon nam ik je mee in een busje.
Een busje voor koekjes of beschuit.
Liet je er natuurlijk wel eens weer uit.
Dagelijks een brede glimlach.
je naam verandert met de dag.
Dat weer dit dan weer dat, zus of zo.
Gelukkig herkent men je van je foto.
Je geheimen worden bij mij goed bewaard.
Al trappen ze me op mijn staart,
of voeren ze me appeltaart.
(zelfs daarvan raak ik niet van de kaart)
Vele mooie dingen, samen, met elkaar delen.
Dat zal niet gauw vervelen.
Kan lekker niemand stelen.
Lyrics mee zingen met luide kelen.
Lekkere muziek, dat valt in de smaak, is belangrijk.
Ik neem je nu niet in de zeik.
Gaf je ook niet op voor schijt je rijk.
Geef daarvan nu toch wel blijk.
Gezellig op een koud station zitten.
Een zak vol pitten,
de rits van de jas dichtkitten.
Of snel even pritten.
Wat hebben we samen een pret.
Met een broodje of een patatje met(al)
Tijd om nu te stoppen met dichten.
Zou je maar tot lezen verplichten.
Schrijf ik veel te gek,
krijg ik een tik aan mijn bek. (of via hyves)
Genoeg geklets en genoeg geklier.
In plaats van koffie is het tijd voor bier!
Nuchter gebleven veel te vertellen.
Maar zelfs dronken haat ik bellen.
Daarvan wordt je niet veel wijzer.
Geklets in zo'n lulijzer.
Ik ben toch echt geen tijd-dief.
Maar dat je tot het einde las vind ik wel heel lief!
Grote Broer Metal Erik