Bevrijding
‘Niet meer’,
Riep ik uit met de vuist op tafel
‘Het lijden heeft lang genoeg geduurd’
Ik werp de juk af en bevrijd me van de ketenen,
Je verstikkende halsband en ketting,
Ik ontwrik de spijkers en werp me van het kruis,
Zet mijn voeten in losse aarde,
Bewandel zeeën en
Er is geen rots die me tegen houden kan;
Ik wandel vrij als de wind
En mijn hand hoeft geen hand vast te houden;
Mijn ogen ontdaan van hun schellen:
Laat het regenen en ik zal drogen;
Laat het branden en ik zal balsemen;
Laat nacht zijn duistere kleed werpen en ik,
Ik zal licht brengen
Ik bevrijd me van je wil en wet,
Mijn vrije wil schrijft mijn eigen wet,
Dus ‘niet meer’,
Riep ik uit,
‘ik stop ermee’
’s Nachts droomde ik en hoorde ik
En de volgende dag stond ik op en
brak het brood aan tafel