Hup,hup,hup
Wat springt daar op de grond
Je geloofd niet wat ik daar zie
Het was de paashaas
Die danste in het rond
Overal strooide hij paaseieren
Geschilderde of met een strik
Een prachtig tafereeltje was dit
Ik nam een eitje op en stopte het in mijn mond
Het smaakte heerlijk en fijn
Ik kreeg reuze paaseieren en klein