Ik ben niet hartverwarmend,
Sluit niet graag mijn armen om iemand heen.
Van ongelofelijk veel gezelligheid houd ik niet,
Soms ben ik zo graag alleen.
Ik zeg geen lieve woorden,
Of elke dag dat ik van je hou.
Ik laat je niet zien dat ik om je geef,
En toch ben ik er elke dag voor jou.
Ik weet dat je soms denkt,
Dat ik mijn gevoelens niet kan uiten.
Waar je volledig gelijk in hebt,
Maar keek je maar eens naar mijn andere kanten.
Ik zal nooit een mens worden,
Zo warm en gastvrij.
Maar als je in nood zit,
Dan zal ik er voor je zijn.
Las je maar eens tussen de regels,
De rode zinnen tussen door.
Ik zal nooit een goede prater zijn,
Maar dit gedicht, komt uit het hart van mijn gevoel.