Wanneer ik terug probeer te denken aan vroeger,
houdt het heden mij tegen.
Het is verboden terrein voor mij,
ik zou het niet eens mogen overwegen.
Want denken aan vroeger,
dat zou mij laten instorten,
en de kans naar verdriet
juist meer vergroten,.
Wanneer komt er een einde aan,
en begin ik jou te vergeten.
Maar telkens als ik het probeer,
hoor ik een stemmetje in mijn geweten.
Die zegt ik hou van je,
en smeekt doe me dit niet aan
maar hoe hard het ook is,
ik zal toch verdergaan.
Want wij bestaat niet meer,
hoe wanhopig ik ook zou wensen.
Maar iedereen wijst mij erop dat ik verder moet gaan,
ook met het ontmoeten van andere mensen.
Ik kan niet blijven hangen
al mijn herinneringen van jou.
Ondanks dat ik in mijn droom jou nog hoor zeggen
meisje jij bent degene van wie ik hou.