Moeilijk om te merken,
maar heb nog steeds mijn masker op.
Rennen, vliegen, werken
waarachter ik me weer verstop.
Wilde hem zo graag ontzien,
en sloeg ongezien wat door.
Waardoor ik daarna heel misschien
mezelf uit ’t oog verloor.
Gister, na die harde klap,
keek ik mezelf pas aan.
Zag ik wat voor flauwe grap
ik mij heb aangedaan.
Weg zekerheid, weg rots,
nu ik me niet verstop.
En zo gaat ook, heel plots
mijn masker in rook op.
Terug op aarde, het licht
gaat aan, ik blijf stil.
Weer die twijfels, en ik zwicht;
ik weet niet wat ik wil.