Je omarmde me, bezat me, benam me
de adem, ontvoerde me en betrad zo
mijn hart en mijn hemel. Je maakte je thuis
waar jij vroeger nooit was.
Je was speels en spannend en speelde met
vuur en mijn verlangen je verder te volgen
dan ik ooit had gedurfd. Jij maakte me heel
waar jij vroeger ontbrak.
Mijn alles, mijn adem, het bloed door mijn
aderen. Vóór jou bestond ik, maar nu
leef ik pas.
Mijn storm en mijn stilte, mijn standvastige
dromer. Jij bracht mij thuis waar ik
vroeger nooit was.