kamer met blinden dicht voor de ramen
*
ze hadden de deuren afgesloten,
omdat ze bang waren
[Joh. 20:19]
*
het boek
lag binnen
zijn omslag
gehard van kaft
toch zacht gebonden
bovenop ‘t opengeslagen
blad der dichte blinden, waar
ik in mijn hoekje onverhoopt reeds
pover even ontsloten droef gebleven
was in die beproefde vrede van eens.
druk doen hoefde er niet, daar ik van 't
gedreven mogen herleven dat je over je kon
laten komen net nog snel las dat ‘t ingegeven
op kan vlammen in 't ontvankelijk wezen.
al komt dat pas beslist wanneer je
binnen je bede je ogen donker
oren doof gedoogd bad,
al je woordenwoeker
overbodig wist,
opdat je zicht
gemist werd
verdicht.
hans