Loop ik midden in de regen;
Draai zomaar wat rond;
Stampvoet in de plassen;
Vang druppels op met mijn mond.
Verbonden met het water;
Lijk ik te verdrinken met het land;
Nachten in de regen;
Zo donker heb ik slechts de eenzaamheid aan de hand.
Ik kan begrijpen, noch grijpen;
Lijkt te dolen in de nacht;
Voor de morgen valt de regen
Glijden druppels roerloos zacht.
Wat ik versta van de regen;
Is dat je zo ook gelukkig kan zijn.
Eenzaamheid huilt als een zegen
Die 's nachts niet thuis kan zijn.