De wind huilt om de bergen;
Klein gevangen in het dal,
Ben ik een van de zeven
Dwergen onwetend van de
Reden ik hier ben in het heelal.
De wind huilt om de bergen;
Klein gevangen in het dal,
Niets kan uiterlijk verbergen;
Ik zal dit nimmer weten, in
Geen enkel geval.
De wind huilt om de bergen;
Schoonheid slaapt in het dal,
Dwergen dwalen naar hun doelen,
Vragen aan God of hij hun ooit
Het antwoord geven zal.
Zeven dwergen bewaken de schoonheid
Die voor eeuwig slapen zal;
De roos die prikte aan de doornen,
Onbewust van wie haar eens redden zal.
Zeven dwergen bewaken de schoonheid
Die voor eeuwig slapen zal;
De roos die eens geplukt zal
Worden door wie het antwoord op
Alle vragen weten zal.