Voor Wim Kan kon het in
1971 niet dat de Japanse
keizer Hirohito voor een
tweede staatsbezoek
naar Nederland kwam. Eén
van de toenmalige grote
conferentiers in Nederland
vond daar op grond van zijn
eigen oorlogservaringen in
Nederlands-Indië het zijn van.
Zo'n staatsbezoek zou gevoelige
wonden kunnen openreiten bij vele
overlevenden van de Jappenkampen;
en, zoals bij hem, zou zijn dwangarbeid
aan de Birma-spoorlijn nog haatgevoelens
kunnen oproepen, die niet in staat zouden
kunnen zijn de noodzaak tot verzoening met
een verlangen tot spijtbetuiging te kwijten.
Het staatsbezoek van keizer Hirohito
heeft toch plaatsgevonden. En hoewel
Wim Kan heeft opgeroepen bij de keizer
tot oprechte spijt voor de onder zijn
verantwoordelijkheden begane oorlogs-
zonden; kon de keizer net als tijdens
zijn eerste staatsbezoek in 1921 naar
Artis gaan, en het verlangen om een
spijtbetuiging, om het ondergane leed
en de pijn, nog decennia lang in een
diplomatieke ijskast laten staan.