Een speelse wind
waait over de duinen
en mijn vlieger
raakt de zon
met een sierlijke buiging
naar het goudgele strand.
Ik ben altijd al
zo speels geweest
als een zwoele zeebries
en mijn leven was een vlieger
en ik had steeds
de touwtjes in de hand.
Plots is de wind gaan liggen
en in mijn tevergeefse pogingen
om mijn vlieger
in de lucht te houden
raakten de touwtjes in de knoop
en mijn vlieger ligt nu
hulpeloos in een grote massa zand.