Gebed van een junk.
Weggedoken onder een trap op het station, verscholen
onder een dekbed van karton ligt hij daar.
Denkend aan vervlogen tijden, hoe genegenheid en vreugde
hem heel dierbaar waren in een huis waar homogeen
een password was.
Nu niet meer welkom door zijn verslaving,
"je komt er niet meer in".
Vermoeid sluit hij zijn ogen en bidt zoals het hem eens
is geleerd
"Lieve Vader in de hemel wat doe ik toch verkeerd ",
waardoor kwam ik toch in verval " ?
Wachtend op een antwoord dat toch niet komen zal.
Verward en tastend naar zijn spuit en ziende wie hem
nu omringen, kan hij niet op antwoord blijven wachten
en is ook niet af te dwingen.
Haastig loopt men hem voorbij, geen tijd, geen oog of
enig blijk van medelijden, op weg naar huis.
Henk.