Ik zie armoede,
overal om me heen.
Kleine kinderen die huilen,
huilen van pijn en verdriet.
Mensen zonder hoop,
zonder toekomst.
Mensen die in krotten wonen
of zelfs geen huis hebben.
Ik wou dat ik iets kon doen,
dat ik ze hoop kon geven,
dat ik ze kon helpen,
Maar ik kan niets doen,
alleen maar beseffen hoe goed
ik het hier wel heb.