Beiden
Die tijd was aangebroken voor de grote stap,
Samen iets proberen leven te schenken van hun liefdessap.
Allebei zwevend in de wolken, alleen al bij die mooie gedachten,
Hun toekomst zou compleet zijn, niet wetend wat hun stond te wachten.
Elkanders hart en ziel omgesmolten voor dat ene zo mooie doel,
Wat hun zou brengen, voor hun beiden een hemels gevoel.
Het kon hun levensweg beinvloeden, oh zo veranderen en indelen,
Wat ook altijd het geval is geweest voor velen.
Samen wachtend op dat ene moment, die blijde boodschap,
Een bekroning van hun houden van, hun gesmolten levenssap.
Ze moesten blijven hopen, werd moeilijker, weer die tegenslag,
Hun levensloop was blijkbaar uitgestippeld, hadden voor elkaar altijd ontzag.
Keken elkander nooit met argwanende ogen aan,
Bleven altijd trots en fier achter elkander staan.
Hoe de mensen erover praatte, dachten en er naar keken,
Voor hen waren dat gewoon domme leken.
Ze konden het elkander, hoe droevig het ook klinkt niet schenken,
Die droom, die toekomst viel weg, het zou hun beiden erg krenken.
Hoe zwaar het ook zal zijn, ze helpen elkander weer terug op de been,
Dat ze straks kunnen zeggen, ook dit deden wij alleen.
Ze hoeven dan hopelijk niet meer zo te lijden,
Want dat ene mooie wilden ze alleen maar van hun Beiden!