Diep vanbinnen,
op de bodem van mijn hart,
brandt een lichtje,
dof en wit.
Het heeft zijden vleugels
en een gouden kleed.
Het is een engel die daar zit.
Hij verzacht de pijn
en brengt weer kleur.
Het verandert haat in liefde.
Een straal geluk staat voor de deur.
Die engel,
zo lief en teder,
op de bodem van mijn hart,
maakt mijn leven beter.
Ik wist het niet
maar het zat altijd al in mij
want die engel...
dat ben jij.